Deense naam

Onderstaande hypothese is in 2012 opgeworpen door J.G. Valstar:

Vooraf
Wie de naam Valstar of Valster draagt, zal zich vroeg of laat afvragen waar die nogal ongewone en niet  Nederlandse naam vandaan komt. We mogen aannemen dat die vraag, laten we zeggen rond 1690, voor de bewoners van Naaldwijk en Honselersdijk eveneens heeft gespeeld.  Maar het zou net zo goed het geval kunnen zijn dat de naam Valstar / Valster hen vertrouwd in de oren heeft geklonken en misschien wel heel veelzeggend was en daarom helemaal  geen nader toelichting behoefde. Hoe dan ook, het verhaal achter de unieke familienaam Valstar / Valster is in de loop der eeuwen in vergetelheid geraakt. In 1953 verzuchtte Vincentinus Ph. Valstar in zijn boek ‘Een oud Tuindersgeslacht, een tak van de FAMILIE VALSTAR, dat hij in het duister tastte over de familienaam.

In deze bijdrage is sprake van een mogelijke ‘Deense connectie’. In dat kader wordt een verdergaand onderzoek gesuggereerd naar de namen Valstar, Valster en  Falster en naar data van Deense Falsters in het tijdsbestek van rond 1658 / 1666. Deze onderzoeksoptie correspondeert namelijk in tijd met de periode in het leven van onze voorvader Pieter Huijgensz, waarover Vincentinus Ph. Valstar in zijn boek (1953, blz. 8 en verder) terloops opmerkt dat Pieter ‘waarschijnlijk  zelf de naam Valstar reeds gedragen heeft’.   Vincentinus Ph.  veronderstelt: ‘we kunnen moeilijk aannemen, dat de kinderen bij afspraak hun achternaam gekozen hebben.’ Hij stelt voorts: ‘De naam zelf geeft over de oorsprong ervan geen enkele aanwijzing.’ Met andere woorden: in 1953 kon Vincentinus Ph. onze ongewone familienaam nog niet plaatsen.  Inmiddels staan ons enkele nieuwe aanwijzingen ter beschikking .

Enkele aanwijzingen
(1) Zo weten we dank zij Ful Valstar Mzn. al enige tijd dat we ons beter kunnen vragen waar de naam Valster vandaan komt, omdat die schrijfwijze bij dertien van de 18 kleinkinderen van onze stamvader Pieter Huijgensz is terug te vinden.
(2) En het is hoogst opmerkelijk dat de nazaten van Arij Valstar (geb. in 1729) stelselmatig de naam Valster hanteren. Daar moet destijds welhaast een evidente reden voor zijn geweest. Het een en ander bracht mij ertoe om in het voorwoord van het Valstar boek van Ful Mzn. (2002) het volgende te noteren. ‘Deze gegevens doen vermoeden dat bij de eerste generaties de oorspronkelijke familienaam om de een of andere reden als Valster resoneert. Misschien is de naam Valster zelfs de oorspronkelijke keus geweest: wie zal het zeggen? Vooralsnog blijft de familienaam een raadsel.’  Intussen is de laatste constatering uit 2001, – althans voor zover het de herkomst van de naam betreft, door
(3) een nieuwe aanwijzing achterhaald.

Deense connectie
Dat is het gevolg van een recent onderzoek naar de uit Gotenburg afkomstige Jonas Valster, die van 26-09-1771 tot 05-07-1774 bij de Verenigde Oost-Indische Compagnie diende, en daarna in Amsterdam een gezin stichtte.  Ful Mzn. heeft deze Jonas tot zijn bevreemding nooit in de stamboom van onze familie kunnen plaatsen. Het probleem is thans, – mede dankzij het Archief van de VOC opgelost.  Jonas is geen familie. Hij kwam uit Gotenburg naar Nederland, waarschijnlijk  om zijn geluk te beproeven bij de VOC.  In  het Amsterdamse Doopregister (1776, 1785, 1788) werden in 2012 betreffende naamsgegevens (Valster) gevonden. In het Amsterdamse Begraafregister (1793) bleek de naam van Jonas verrassend genoeg op de Deense manier (Falster) te zijn geschreven. Dat kan een verschrijving zijn geweest. Maar het lijkt mij veel aannemelijker dat het om de oorspronkelijke Gotenburgse naam van Jonas gaat.

Enerzijds bevatten  de bevindingen uit het onderzoek naar Jonas Valster / Falster –  strikt genomen -geen enkel ‘direct bewijs’ waarmee eenvoudigweg  de oorsprong of de herkomst van onze familienaam kan worden verklaard. Anderzijds  gaat het hier wel om indirecte aanwijzingenvanuit de toenmalige historische context die mogelijk als eyeopeners kunnen dienen bij voortgaand onderzoek. Onder dat voorbehoud kom ik tot de volgende overweging, – dankzij Jonas Valster die op 12 mei 1793 in het Amsterdamse Begraafregister op de Deense  wijze als Jonas Falster werd genoteerd.

Wanneer we afgaan op de opmerkelijke schrijfwijze van Jonas naam in het Begraafregister, en wanneer we de frequentie van de naam Valster in de eerste ons bekende Westlandse familiegeneraties in aanmerking nemen, komt het vermoeden op dat de verschillende schrijfwijzen van de eerste letter van onze familienaam zich laten verklaren uit de emigratie van Denemarken naar Nederland (vgl. Jonas Valster / Falster), of zich (meer hypothetisch) laten verklaren uit een of andere ‘Deense connectie’ (vgl. Pieter Huijgensz. ). De tweede mogelijk van een buitenlandse link werd in 1953 trouwens in zekere zin al door Vincent Ph. geopperd.  ‘Het lijkt ons toe (….…) dat de familie reeds zeer lang in het Westland woonde en Pieter Huijge om de een of andere reden tijdelijk elders gewoond had.’

Intermezzo          
Van mijn vader Willem Cornelis Valstar hoorde ik lang geleden voor het eerst over het vermoeden dat onze familienaam van Deense origine zou kunnen zijn. In dit verband een anekdote. Tijdens een zakenreis in Denemarken kwam mijn vader destijds op het idee om het telefoonboek van Kopenhagen door te bladeren. Daarin vond hij telefoonnummers van Falsters en hij maakte op goed geluk met één van hen voor de volgende avond een afspraak. Hij was van harte welkom, maar over de familienaam kon het gastvrije oudere echtpaar hem niets vertellen. Overigens werd het wel een heel gezellige avond.

Kernvragen
De vraag die ons blijft intrigeren is welke reden of welk motief Pieter Huijgensz eventueel gehad zou kunnen hebben om zich Valster of Valstar te noemen. Was is er in zijn levensloop een of andere aanleiding om deze Deense naam te gaan dragen? En was deze naam soms nadien zelfs voor zijn tijdgenoten / de bewoners van Naaldwijk en Honselersdijk zondermeer  begrijpelijk en volstrekt vanzelfsprekend dat vervolgens alle kinderen eveneens officieel met de naam Valster / Valstar door het leven wilden gaan? De naam werd voor het eerst schriftelijk vermeld bij het huwelijk van de oudste zoon Huijgh met Pleuntje Jansz.  Vermeulen op 28 mei 1690. Wat heeft de eerst geboren zoon Huijgh nadien mogelijkerwijze bewogen om de (bij)naam (?) van zijn vader over te nemen? En waar is Huijgh trouwens geboren? Over die eenvoudige vraag laten de ons bekende bronnen ons tot nu toe in het ongewisse.

Woonplaats vóór 1668
We weten dat Huijgh, – anders dan zijn broers en zussen, niet in Naaldwijk is gedoopt (geboren). In ieder geval staat wel vast dat Willem, de tweede zoon van Pieter Huijgensz op 14 oktober 1668 in Naaldwijk is gedoopt. Dat gegeven roept de vraag op waar vader Pieter Huijgensz (?Valstar /Valster?) en moeder (?Valstar / Valster?)  en zoon Huijgh vóór 1668 hebben gewoond. Wanneer we ons een voorlopige hypothese veroorloven: zou hun eerste zoon Huijgh soms in Denemarken zijn geboren? Zoals reeds opgemerkt, zijn van zijn moeder geen gegevens bekend. Komt zij wellicht uit Denemarken? Heeft vader Huijgh haar daar soms leren kennen en is hij daar met haar getrouwd? En is zoon Huijgh daar soms in een Lutherse kerk gedoopt? Het gaat hier natuurlijk om hypothetische kwesties. Op het eerste gehoor klinken zij hoogst arbitrair. Desalniettemin leg ik deze hypothetische vragen toch op tafel, omdat zij tegen de achtergrond van de historische situatie van de jaren 1650 – 1660 niet onmogelijk en evenmin onaannemelijk zijn.

Oorlogen  tegen Engeland en Zweden
In de geschiedschrijving  dienen we mogelijk ter zake dienende contexten te verdisconteren. Vandaar  heel beknopt ter informatie het volgende. In de episode van de gouden eeuw moesten de handelsbelangen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden voortdurend worden verdedigd. Soms heel dicht bij huis. Zo vond op 10 augustus 1653 voor de kust van Ter Heide op een afstand van pakweg 5 kilometer van Naaldwijk een zware zeeslag plaats tussen de Engelse vloot en de vloot van de Republiek der Nederlanden.  Mijn vader heeft mij vroeger al verteld dat de Westlanders vanaf de kust getuige waren  van dit gebeuren. (Tussen haakjes: wellicht ook de jonge Pieter Huijgensz die op dat moment in Naaldwijk / Honselersdijk woonde.).

Nog ingrijpender dan de Engels-Nederlandse oorlogen waren enkele jaren later de oorlogen tegen Zweden. De  enorme noordelijke handelsbelangen rond de Oostzee van de toenmalige supermogendheid van de Verenigde Nederlanden werden bedreigd. De Zweden  wilden de Nederlandse handelspartner Denemarken annexeren. Uiteindelijk zorgde Nederland tussen 1658 en 1660 met tal van oorlogsschepen onder de admiralen Van Wassenaar van Obdam en de Ruyter met circa 21.000 manschappen  voor de nederlaag van de Zweden.  Denemarken, dat na de met Zweden gevoerde oorlogen in een uitermate deplorabele toestand verkeerde, zag de Nederlanders als bevrijders. Admiraal de Ruyter werd zelfs in de Deense adelstand verheven. In het Amsterdamse Scheepvaartmuseum kunnen we zijn gouden onderscheiding nog steeds bewonderen.

Hypothesen
Om de strijd tegen Zweden met succes aan te kunnen gaan, moesten de Verenigde Nederlanden zich uitermate inspannen om werkelijk overal vandaan de benodigde manschappen te rekruteren. Tegen die achtergrond  is het naar mijn mening op voorhand niet uitgesloten dat onze voorvader Pieter  Huijgensz deel heeft uitgemaakt van de Nederlandse oorlogsvloot en direct betrokken was bij de oorlogsvoering in Denemarken. Het ligt voor de hand dat destijds  in de Nederlandse provinciën de militaire confrontaties op het Deense grondgebied en de wijdere regio  van de Oostzee nauwgezet werden gevolgd.

Wanneer Pieter Huijgensz destijds betrokken is geweest bij de oorlogshandelingen, zal dat in Naaldwijk en Honselersdijk bepaald niet onopgemerkt zijn gebleven. En dan is het niet zo vreemd geweest dat hij nadien ter herinnering aan zijn Deense episode met een Deense (bij)naam door het leven ging.  We kunnen de hypothese desgewenst verder doortrekken.

Mocht Pieter Huijgensz bijvoorbeeld tijdens  of na de langdurige  overwintering(en) van de Nederlandse vloot in Denemarken zijn (ons onbekende) vrouw in de regio van de eilanden Falster / Lolland hebben ontmoet , en met haar zijn gehuwd, dan is het niet uitgesloten dat zijn naam in de kerkelijke archieven van de eilanden Lolland / Falster is terug te vinden. Bijvoorbeeld in de kerkelijke archieven van de grote kerk van Maribo / Lolland.

Verder: bij navraag aldaar, tijdens de onlangs gemaakte verkennende trip van zoon Matthijs en mij, vertelde een gids dat de oude  doopregisters  bewaard zijn gebleven. Matthijs kwam bij de voorbereiding van onze trip naar Denemarken op Internet reeds interessante gegevens tegen. En dankzij de toegezonden links van Jacob, kwam ik zelf terecht bij  de Denmark Births and Christenings, 1631-1900s.In dit register zijn (let wel) enkele regio’s van Denemarken opgenomen.  Dit beperkte bestand leverde 61 Falster matches op. In het aansluitende (eveneens beperkte) register  Denmark Marriages, 1631-1900skwam ik 28 Falster matches tegen. Kortom, op grond van de genoemde  indicaties lijkt een nader onderzoek met een focus op  de periode van 1658 / 1666 de moeite waard.

Al was het maar om mogelijke hypotheses uit te sluiten. Misschien loopt het spoor van de ‘Deense connectie’ hier dood, misschien zijn er nieuwe aanwijzingen te vinden. Dezelfde optie geldt overigens voor het Nederlandse Rijksarchief. Ten aanzien van de hypothese dat Pieter Huijgensz deel heeft uitgemaakt van de Nederlandse manschappen, heb ik in 2001 navraag gedaan bij het Rijksarchief. Hoewel een groot deel van het archief van de marine bij een brand in 1844 is opgegaan, liggen in Den Haag nog voldoende documenten voor verder specialistisch onderzoek door deskundigen.

Verder blijf ik van mening dat onderzoek op basis van het volstrekt unieke Kerckeboec van Naaldwijk, bijgehouden van 1572 tot 1769, nieuwe contextuele aanwijzingen kan opleveren om greep te krijgen op de geschiedenis en de plaatsing van ons voorgeslacht . Ook in dit geval zal het moeten gaan om specialistisch onderzoek.

 

Johan G. Valstar
14 augustus 2012