Pieter Huige is de stamvader van de Valstars en de Valsters. Zijn geschiedenis blijkt moeilijk te traceren. De vraag naar zijn herkomst is tot op de dag van vandaag nog steeds niet beantwoord.
V.Ph. Valstar, de grondlegger van de stamboom van de familie Valstar, acht het enerzijds zeer wel denkbaar dat Pieter uit den vreemde komt. Maar anderzijds vindt hij het nog meer voor de hand liggen dat de familie van Pieter reeds zeer lang in het Westland verkeerde.
Hoe dan ook, het is duidelijk dat genealogisch onderzoek ophoudt, wanneer feitelijke gegevens ontbreken. Wie bij de wortels van zijn stamboom belandt, kan alleen nog maar gissen naar het verleden en persoonlijke veronderstellingen of hypothesen op tafel leggen. Het laatste is ook het geval in de onderstaande bijdrage. We beperken ons tot een aantal voorlopige overwegingen en vermoedens rond stamvader Pieter Huige en de familienaam Valstar.
Pieter Huige
De eerste vermelding van Pieter is te vinden in het register van het Kerckeboek van Naaldwijk. Ds. Vlitarpius heeft dit register in 1645 opgesteld. Hij noteert op 20 october 1652 dat Pieter Huige met attestatie is binnengekomen. Later, – naar het zich laat aanzien tussen 1658 en 1664, tekent Vlitarpius achter de namen van de geregistreerde lidmaten aan, wie er zijn overleden of vertrokken. Achter de naam Pieter Huige staat: vertrokken. Wanneer Pieter vertrekt, waar hij verblijft, – en voor hoe lang, zijn vragen die niet worden beantwoord. Maar in de periode 1668 – 1681 is hij in ieder geval terug in Naaldwijk; hij laat vijf kinderen dopen. Hun namen zijn: Willem, Trijntje, Cornelis, Claes en Barbara.
De oudste zoon Huijgh, de eerste die bij zijn huwelijk (1690) de achternaam Valstar draagt, is voor zover wij weten niet in de kerk van Naaldwijk gedoopt. Het is denkbaar dat de naam van zoon Huijgh voorkomt in een doopboek van een andere kerkelijke gemeente in het Westland. Dat zou dan tevens een indicatie opleveren ten aanzien van de herkomst zijn moeder, de vrouw van Pieter. Haar naam is ons niet bekend.
Waar Pieter uiteindelijk in Naaldwijk heeft gewoond, laat zich bij gebrek aan gegevens niet vaststellen. V.Ph. Valstar verwijst onder voorbehoud naar de Oranjepolder. Daar was de tweede zoon Willem met zijn kinderen woonachtig. Kerkelijk behoorde de Oranjepolder toen tot ’s Gravenzande.
De laatste vermelding van Pieter betreft een uitkering van de diaconie van Naaldwijk. In de winter van 1707 ontvangt hij op zijn oude dag het bedrag van fl. 12. In de administratie van de diaconie komt Pieter verder niet voor.
Huijgh Willemsz. & Annetge Jansd.
V. Ph. Valstar oppert de mogelijkheid dat Huigh Willemsz. de vader van Pieter Huige kan zijn. Naar de doopdatum van Huigh Willemsz. moet nog worden gezocht. Over zijn persoon of beroepsuitoefening ontbreken gegevens.
Van Huijgh Willemsz. is wel met zekerheid bekend dat hij op 20 februari 1643 in Naaldwijk werd begraven. Dat hij op het kerkhof een rustplaats kreeg, kan samenhangen met het tekort aan grafruimte binnen de kerk. V. Ph. Valstar gaat er vanuit dat Annetge Jans. de vrouw is van de betreffende Huijgh Willemsz.* Dat ligt voor de hand, want Annetge Jansd. wordt in 1651 aangeuid als de weduwe van Huijgh Willemsz. Bovendien worden Huijgh en Annetge in het doopboek vermeld als de ouders van een viertal kinderen, te weten: Beber (08-10-1625), Barber (19-05-1630), Willemijntge (14-10-1635) en Jan (13-12-1637). Overigens laat V. Ph. Valstar de vermelding van de kinderen achterwege.
Maar zijn gedachtegang volgend, zou het hier dus kunnen gaan om de zusters en de broer van onze stamvader Pieter Huige. Wanneer dat inderdaad het geval is, dringt zich direct de vraag op waarom de doopdatum van Pieter Huige kennelijk niet is geregistreerd. Zou Pieter, als hij tot het gezien van Huijgh Willemsz en Annetge Jansd. heeft behoord, buiten Naaldwijk zijn geboren?
De naamgeving van Pieter’s mogelijk zusters Beber en Barber roept een tweede vraag op. Beide namen corresponderen met de naam van Pieter’s tweede dochter. Zij krijgt bij haar doop in 1681 de naam Barbara. Zou Pieter zijn dochter Barbara soms naar haar tante(s) hebben vernoemd of berust de naamsovereenkomst op toeval?
Honselersdijk en Naaldwijk
Over Annetge Jans., de weduwe van Huijgh Willemsz., zijn enkele interessante details bewaard gebleven. Zo heeft zij in 1651 Ariaentge Claes, genaamd ‘Cleijn Ariaentge’, vier weken bijgestaan in haar ziekte. Daarvoor ontving Annetge van de diaconie het bedrag van fl. 3,- als vergoeding. Wat de zieke en hulpbehoevende Ariaentge Claes betreft: zij is naar alle waarschijnlijkheid de in 1618 geboren dochter van Willem Claesz Alleman (1579-1685) en kleindochter van Claes Huijgensz (overleden in 1615). Zowel haar vader Willem Claesz, als haar grootvader Claes Huijgensz waren voortrekkers in het kerkelijk leven. Beiden waren zij van origine woonachtig in Honselersdijk. Als de weduwe Annetge Jansd. dezelfde Annetge Jansd. is die in het register van ds. Vlitarpius (1645) voortkomt als wonende te Honselersdijk, dan zal Annetge zeker een vertrouwde bekende zijn geweest voor ‘Cleijn Ariaentge’ en haar familie. Tevens kunnen we dan aannemen dat Honselersdijk, althans tot 1645, de woonplaats was van Annetge en haar gezin (Pieter Huige incluis). Annetge moet tenslotte tussen 1645 en 1653 naar de dorpskern van Naaldwijk zijn verhuisd. In 1653 bewoonde zij namelijk een huisje in ‘De Kruijpinne’, dat zij vervolgens in 1657 voor 100 carolus guldens verkocht. Achter haar naam noteert ds. Vlitarpius tussen 1658 en 1664: vertrokken.
Familierelaties
We beschikken niet over verdere gegevens ten aanzien van de weduwe Annetge en haar gezin. Hetzelfde geldt voor onze stamvader Pieter Huige. Maar dat wil niet zeggen dat vervolgonderzoek niets nieuws zal opleveren. Tenslotte hebben zij onmiskenbaar deel uitgemaakt van de betrekkelijk kleine protestantse kerk van Naaldwijk. Deze godsdienstige gemeenschap telde in 1619 slechts 102 leden. Daarvan woonden er 64 in het dorp Naaldwijk, 23 in Honselersdijk en 15 op het land. Anno 1645 bestond de kerkelijk gemeenschap in totaal uit 179 leden. Veel namen zijn terug te vinden in kerkelijke documenten en diverse akten. De notities van de kerkenraad, bijgehouden vanaf 1572 tot 1769 in het Kerckeboec** bevatten onder andere lijsten van ouderlingen en diakenen en lijsten van de lidmaten in de respectievelijke jaren 1573, 1619 en 1645. Op basis van de voorhanden zijnde gegevens lijkt het niet onmogelijk om een beter beeld te krijgen van de families en hun onderlinge relaties. Naar men mag aannemen, waren de leden van de protestantse kerk van Naaldwijk en Honselersdijk in geloof en leven sterk met elkaar betrokken. Al was het maar om zijn aanvankelijk binnen Naaldwijk in zekere zin een culturele minderheid vormden. Huwelijkspartners zullen allereerst binnen de kring van de eigen geloofsgemeenschap zijn gezocht. We staan er niet direct bij stil, maar met de reformatie hadden de lokale protestanten een collectief beleefde dramatische tijd achter de rug. Kortom, wanneer aan de hand van de beschikbare bronnen het netwerk van gemeenteleden in de eerste decennia op een systematische wijze in kaart wordt gebracht, kan dat op termijn interessante nieuwe genealogische, sociologische en kerkhistorische gegevens opleveren. Maar om te beginnen ligt het voor de hand om kleinschalig en gericht onderzoek te doen naar ontbrekende gegevens ten aanzien van Huigh Willemsz., Annetge Jansd. en hun gezin, waarvan Pieter Huige volgende de optie van V. Ph. Valstar deel zou kunnen uitmaken. Ook wanneer het laatste niet het geval zou blijken, is dat toch de moeite waard. Het valt niet uit te sluiten dat Pieter andere familierelaties heeft binnen de geloofsgemeenschap van Naaldwijk , waartoe hij tot op zijn oude dag heeft behoord.
De naam Valstar / Valster
De herkomst van de naam Valstar is een raadsel. Wanneer Huijgh, de oudste zoon van Pieter op 28 mei 1690 met Pleuntje Janse Vermeulen in het huwelijk treedt, wordt de naam Valstar voor het eerst officieel vastgelegd. Binnen de familie zijn echter geen verhalen bewaard over herkomst van de achternaam, en evenmin omtrent de reden om de naam Valstar te gaan voeren. Bovendien blijkt er vanaf het begin een zekere onduidelijkheid over de schrijfwijze. Zo treffen we bij 13 van de 18 kleinkinderen van Pieter niet de naam Valstar, maar Valster aan. En de nazaten van Arij Valstar (geboren in 1728) voerden stelselmatig de naam Valster door. Deze gegevens doen vermoeden dat bij de eerste generaties de oorspronkelijke familienaam om de een of andere reden als Valster resoneert. Misschien is de naam Valster zelfs de oorspronkelijke keus geweest; wie zal het zeggen? Vooralsnog blijft de familienaam een raadsel.
Kanttekeningen
Als het om de familienaam gaat, tast ook V.Ph. Valstar in het duister. In 1953 stelt hij: ”De naam zelf geeft over de oorsprong ervan geen enkele aanwijzing.”
Anno nu laat deze stelling zich ook positief formuleren: “De enige aanwijzing met betrekking tot de oorsprong van de achternaam, is de naam Valstar / Valster zelf.”
Aansluitend op de tweede stelling: binnen de familiekring circuleren verwijzingen naar het Deense eiland met de naam Falster. Voor de duidelijkheid: alle verwijzingen berusten op speculaties, maar het is natuurlijk niet onmogelijk dat Pieter Huige ooit tijdelijk in Denemarken geweest. Daar zou hij misschien met een Deense vrouw zijn getrouwd, enzovoort, enzovoort.
In principe kan men met een hypothetische link naar het eiland Falster zowel de oorsprong, als de introductie van de familienaam Valstar / Valster verklaren. Maar nogmaals, het blijft speculatief, zolang een concrete aanwijzing uit welk archief dan ook ontbreekt.
Desalniettemin toch nog enkele kanttekeningen. Om te beginnen: tussen Holland en Denemarken bestaan oude historische relaties. Algemeen bekend is de reeds in 1520 gestichte Hollandse kolonie op het eiland Amager bij Kopenhagen. Voorts zijn tijdens het koningschap van Christian IV (1588 – 1648) en Frederik III (1648 – 1670), tal van betrekkingen met Denemarken onderhouden. De vraag is natuurlijk of Pieter Huige zich ergens binnen de Deens – Hollandse contacten laat situeren. In dit verband is wel eens gedacht aan een lijn via het Huis Honselersdijk. Frederik Hendrik (1584-1647) heeft dat in de jeugdjaren van Pieter Huige laten uitbouwen tot een ‘klein Versailles’. Misschien heeft Pieter bepaalde werkzaamheden in Honselersdijk en in het buitenland verricht. Deze optie zal eerder op fictie berusten, dan op de werkelijkheid.
Meer realistisch is een andere mogelijkheid. Tussen 1656 en 1660 heeft Nederland als bondgenoot van Denemarken tegen Zweden gevochten. Onder Jacob van Wassenaar-Obdam en Michiel de Ruyter werden zeeslagen gevoerd (1658 bij de Sont / 1659 bij Nyborg). De Ruyter heeft elf maanden met zijn vloot in de regio Nyborg voor anker gelegen. Of Pieter eventueel onder Van Wassenaar-Obdam, of onder De Ruyter bij de marine heeft gediend, moet blijken uit scheepsjournaals en registers van het Algemeen Rijksarchief. Hoewel een groot deel van het archief van de marine in vlammen is opgegaan (1844), liggen in Den Haag nog voldoende documenten die relevant zijn voor onderzoek. Misschien loopt het spoor van ‘de Deense connectie’ hier dood, – of gaat het verder.
Maar zoals hierboven al is aangegeven, er valt rond de persoon van Pieter Huijgensz. nog genoeg te onderzoeken in de archieven.
Tekst: Drs. Johan G. Valstar (Zwolle, 2001)
* Als Huigh Willemsz. en Annetge Jansd. in Naaldwijk in het huwelijk zijn getreden, kan hun trouwdatum in het huwelijksregister achterhaald worden. Helaas bleek in 1994 het huwelijksregister over de periode 1620 – 1641 niet in het archief van de gemeente Naaldwijk te vinden.
** Het Kerckeboec van Naaldwijk is niet alleen kerkhistorisch, maar ook cultuurhistorisch een buitengewoon belangrijk document. Het heeft onder andere een uniek beeld van de omslag naar een democratische organisatie. Een dergelijke organisatievorm heeft pas veel later in de Nederlandse politiek gestalte gekregen. Het Kerckeboec van Naaldwijk verdient net zoals het Kaartboek van Naaldwijk (druk circa 1620) een facsimile-uitgaven en een transcriptie.